De 'Sixtijnse kapel' van de romaanse kunst

De 'Real Colegiata de San Isidoro' (Koninklijk Colegiata van San Isidoro) in León wordt ook wel de ‘Sixtijnse kapel van de Spaanse romaanse kunst’ genoemd. Dat komt door de gewelfbeschilderingen in de crypte, die er in de 12de eeuw zijn aangebracht. Ze geven de Verlossing weer, vanaf de annunciatie tot de kruisdood. Prachtig is vooral de mooie kalender waarin de diverse werkzaamheden van het jaar zijn uitgebeeld.

De huidige basiliek werd gebouwd in de eerste helft van de 12de eeuw, in dezelfde stijl als andere kerken langs de Weg van Santiago. Het gaat dan ook om een typische bedevaartkerk, driebeukig met drie absiden en een decoratie, die doen denken aan de kathedraal van Jaca en de Sint-Martinuskerk te Frómista. Aan de zuidzijde zijn twee portalen: het 'Portada del Cordero' (Portaal van het Lam) en het 'Portada del Perdón' (Portaal van de Vergiffenis).

Portada del Cordero
Het eerste ontleent zijn naam aan het Lam Gods dat in een door engelen gedragen medaillon op het timpaan wordt voorgesteld. Daaronder wordt de geschiedenis van Abrahams offer verteld als een voorafbeelding van de dood van Christus, die als een goddelijk lam ter slachtbank word geleid. Aan weerszijden van dit timpaan zijn twee beelden te zien, van San Isidoro, die zijn hand zegenend opsteekt, en van San Pelayo met lange, loshangende haren.

Portada del Perdón
Op het 'Portada del Perdón' worden drie verschillende gebeurtenissen uitgebeeld: de Kruisafneming, de drie Maria's bij Christus' graf en de Hemelvaart. Links van het timpaan bewaakt Sint Pieter met zijn sleutel de deur, rechts staat Paulus.

Klooster
In de 10de eeuw stond op deze plek bij de oude Romeinse wallen al een klooster gewijd aan Johannes de Doper en Sint Pelagius. Het werd toendertijd door Moorse legers onder leiding van Almanszor (939-1002) verwoest. De Asturische koning Alfons V (990-1027) wist het echter op eenvoudige wijze te restaureren, aarna zijn dochter Sancha en haar man Ferdinand I van Castilië het in duurzame steen herbouwden. In 1063 slaagde dit koninklijk echtpaar erin om de relieken van San Isidorus van Sevilla, laatste kerkvader van het westen, en van San Vicente, die in Moorse handen waren, te bemachtigen in ruil voor de lichamen van in christelijke gebieden omgekomen Arabieren. Dat was het moment, waarop het kerkje in León aan San Isidoro werd gewijd en al spoedig kwamen pelgrims uit alle windstreken deze heilige resten bezoeken. Koningin Urraca, dochter van Ferdinand, gaf vervolgens de opdracht om tegen het einde van de 11de eeuw met de bouw van een nieuw en groter gebouw te beginnen, wat in 1149 zou worden ingewijd.

Panteon
Een ander hoogtepunt van de San Isidoro is het 'Panteón de los reyes', waar de sarcofagen staan van drieëntwintig koningen  van León. Bovendioen liggen in de bibliotheek kostbare handschriften uit alle perioden, waarvan vele in het  scriptorium van San Isidoro zelf tot stand zijn gekomen: codices in een mozarabische stijl, met felle kleuren, expressieve gelaatsuitdrukkingen en overheersend decoratieve motieven. Er hangt ook een prachtige miniatuur, waarschijnlijk uit een of ander getijdenboek, die Christus en de Maagd Maria voorstelt in de realistische Vlaamse stijl invan rond het jaar 1500.