Het Spaanse expressionisme, geïsoleerde enkele gevallen

Het expressionisme was een internationale avantgardistische stroming, waarin de kunstenaar meer zijn gevoelens en ervaring tracht uit te drukken dan de realiteit. Het kwam aan het begin van de vorige eeuw op en had zijn hoogtepunt tussen beide wereldoorlogen. In die periode bereikte het maar bij mondjesmaat het perifere Spanje, en zeker niet als beweging of in de vorm van kunstenaarsgroepen -zoals ondermeer in Duitsland met 'Die Brücke' en in Nederland met 'De Ploeg' het geval was. Eerder was er sprake van enkele enkele geïsoleerde gevallen.

Daniel Vázquez Díaz (1882-1969)
Vázquez Diaz wordt beschouwd als een belangrijke figuur binnen de Spaanse schilderkunst. Hij bewoog zich tussen het realisme en kubisme -door sommigen wordt zijn stijl dan ook eerder 'neokubisme' genoemd. Hij maakte daarin vooral portretten en landschappen, waarin enige invloed van 'Der Blaue Reiter' en in het bijzonder Paul Klee merkbaar is. Zijn fresco's in het klooster van La Rábida in Palos de la Frontera, een persoonlijke allegorie op de ontdekking van Amerika, worden beschouwd als zijn meesterwerken.

José Gutierrez Solana (1886-1945)
Onder invloed van het pessimisme van de 'Generatie van '98' en de zwarte schilderijen van Goya wilde Gutierrez Solana -ook vooral met donkere kleuren- het groteske en het verval van de Spaanse maatschappij weergeven. In grote lijnen deed hij dat binnen drie hoofdthema's: volksfeesten, gebruiken en tradities van Spanje en portretten, altijd met een sociale lading. Net als Goya maakte hij ook gebruik van de etstechniek.

Aanvankelijk kreeg het werk Solana maar weinig erkenning. Tijdens een collectieve expositie werd zijn bijdrage nog achter een deur gehangen opdat de bezoekende Spaanse koning Alfons XIII het niet zou komen te zien. Pas in 1929 wachtte hem een eerste succes: hij ontving een belangrijke prijs in Barcelona. De Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) bracht hij voor een groot deel in Parijs door, waar zijn werk uiteindelijk toch internationale erkenning zou krijgen.

Gutierrez Solana was naast beeldend kunstenaar ook schrijver.

Rafael Zabaleta (1907-1960)
De stijl van Zabaleta ontwikkelt zich van een somber expressionisme, in zijn beginjaren, naar een meer kleurrijk expressionisme vanaf 1950. De invloed van voornamelijk Pablo Picasso is daarin merkbaar.

In 1932 had hij zijn eerste expositie, waarna hij drie jaar later naar Parijs afreisde om daar in aanraking te komen met het kubisme. Daar kreeg hij een republikeinse functie, met de opdracht om Spaanse kunstschatten veilig te stellen. Dat leverde hem na de burgeroorlog opsluiting in een concentratiekamp en vervolgens een korte gevangenisstraf in Jaen op. Desondanks nam dat niet weg dat zijn werk in 1943 algemene erkenning in Spanje zou ontvangen nadat het geselecteerd werd voor de 'Primer Salón de los Once', een prestigieuze nationale selectie van moderne kunst.

Tegenwoordig is een groot deel van zijn oeuvre te vinden in het 'Museo Zabaleta', in zijn geboorteplaats, Quesada (Jaén). Ook hangt er werk van hem in musea van o.a. Buenos Aires, New York en Tokyo.

Hermenegildo Anglada Camarasa (1871-1959)
Van oorsprong een post-impressionist neigde de Catalaan Anglada Camarasa na zijn terugkeer uit Parijs in 1914 steeds meer naar levende kleuren en abstractie. Waar hij zich oorspronkelijk richtte op de menselijke figuur zou hij op Mallorca, waar hij tot zijn vlucht voor de Spaanse Burgeroorlog in 1936 zou blijven wonen, bijna uitsluitend landschappen, zeegezichten en onderwatertaferelen schilderen. Zijn productie in die periode zou echter vrij klein blijven.

In 1967 werd zijn werk tentoongesteld in wat ooit zijn woonhuis op Mallorca  was. Tegenwoordig is die collectie te zien in de 'Fundació La Caixa de Palma de Mallorca', die de collectie 1991 aankocht.

Afbeeldingen: 'Otoño en Fuenterrabia' (Daniel Vázquez Díaz, 1918); 'Autorretrato' (José Gutierrez Solana, 1943); 'Familia de campesinos' (Rafael Zabaleta, 1957); 'Fons del mar' (Hermenegildo Anglada Camarasa, 1927)