De Spaanse inspiratiebron van Escher


De kunstenaar en graficus Maurits Cornelis Escher (1898-1972) maakte in 1922 zijn eerste reis naar Spanje. Maar vooral de tweede reis, in 1936 -tijdens het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog-, blijkt beslissend te zijn geweest voor de tot standkoming van zijn wereldberoemd geworden beeldtaal.

Beide keren deed Escher ook de Andalusische stad Granada aan, waar hij een symbool uit de periode van een oude Moorse beschaving aldaar, het Alhambra, bezocht. Na het tweede bezoek zou echter de invloed daarvan pas op zijn werk duidelijk worden. Wat de in Leeuwarden geboren kunstenaar er namelijk vooral ontdekte waren de zich herhalende architectonische vormen in het islamitische architectuur monument. De geometrie van de reliëfs, de compositorische ritmiek van de structuren in het pleisterwerk en de tegels bleken aldus een grote inspiratiebron voor hem te zijn. Escher ontdekte een regelmatige verdeling van het vlak en het gebruik van patronen, welke hem in staat zouden stellen het proces van transformatie te onderzoeken, iets wat hem dan ook in hoge mate interesseerde. Het overbekende 'Metamorphosis', waarin geometrische vormen overgaan in oragnische figuren is slechts één van de vele werken van Escher die zijn fundament zou vinden in dit soort spelletjes met de geometrie.

In 2011 werd in het paleis van Karel V binnen hetzelfde Alhambra een expositie gehouden van het werk van Escher, onder de titel 'Universos infinitos'. Daarmee werd de kunstenaar nog eens posthuum teruggehaald naar de plek van zijn inspiratie. Het was een verrassende tentoonstelling en tegelijkertijd zeer verhelderend. De presentatie van Escher´s werk in dezelfde omgeving, waar een belangrijke bron van inspiratie ligt, gaf duidelijk een breder concept achter zijn werk aan. Maar meer dan wat dan ook verduidelijkte het ons hoe universeel een kunstenaar als Escher toch is geweest en nog steeds is.

Lees ook: >>Alhambra, Moors wereldwonder.